Tegen een uur of elf werd ik
wakker in de logeerkamer en hoorde ik Tom naar de slaapkamer van zijn dochters
lopen. De kinderen waren onrustig. Één van zijn dochters huilde. Hij probeerde
haar te troosten en weer te laten lachen. De telefoon ging. Tom liep de trap af
naar de woonkamer. Ik hoorde hem een gesprek met iemand voeren. Sylvia was
nergens te bekennen. Ik wist niet waar zij was.
Om Tom niet tijdens zijn
telefoongesprek te storen bleef ik boven. Omdat ik een vreemde smaak in mijn
mond had, poetste ik mijn tanden. Opnieuw luisterde ik of Tom nog in gesprek
was. Zijn telefoongesprek was voorbij. Ik liep de trap af naar beneden. Tom zat
op de bank in de woonkamer en keek mij somber aan.
‘Ik heb vannacht
met Sylvia gepraat. Geprobeerd haar alles uit te leggen. Ze was erg overstuur.
Vanmorgen is ze vroeg naar een vriendin gegaan. Ze wil jou nooit meer zien. Ik
kon geen grip op haar krijgen. Ze reageert nu eenmaal niet altijd even
rationeel.’
Ik wist niet goed wat ik tegen Tom
moest zeggen. Op zich had ik begrip voor Sylvia. Maar wat had ik er aan kunnen
doen. Was ik er de oorzaak van, wat er die avond gebeurt was. Het leek erop of
Tom mijn gedachten lezen kon.
‘Ja, jij hebt
een risico genomen en dit zijn de consequenties’, zei Tom.
‘Ik een risico
genomen! Ik kan me herinneren dat jij alles wat er gisteren gebeurt is, bent
begonnen?’
‘Ja, dat is ook
zo. Je hebt gelijk. Dat heb ik haar ook proberen uit te leggen. Maar dat lukte
niet. Ik ga er deze week nog wel weer opnieuw met haar over praten.’
‘Ik ga haar deze
week een briefje sturen’, zei ik.
Tom knikte en zei, ‘je doet maar’.
Ik was kwaad op mezelf, kwaad op Tom en wist niet wat ik verder wilde zeggen. Ik
had het idee dat praten op dat moment niet veel zin had. Daarnaast was ik bang
dingen te zeggen, waar ik later spijt van zou krijgen. Dus ik zweeg.
Tom liep naar de keuken. Hij kwam
terug met een dienblad met 2 koppen koffie, 2 glazen jus de orange en 2 borden
met bruine boterhammen met kaas.
‘Ik vond er
eigenlijk geen donder aan gisteravond. Ik was gewoon dronken en wilde eindelijk
wel eens ontdekken wat ik zou voelen en of ik wat zou voelen.’
Tom gaf aan dat hij het ook niet
zo bijzonder had gevonden. Nadat ik de jus de orange opdronk en klaar was met
het ontbijt, liep ik de trap op naar boven en haalde mijn spullen op uit de
logeerkamer. Het bed had ik die ochtend, toen Tom aan de telefoon was, keurig
opgemaakt. Terug in de woonkamer wilde ik nog even met hem praten, maar wist
niets te zeggen. Ik wilde nog even blijven, maar ik wilde ook weg. Weggaan leek
me het beste.
‘Nou Tom, ik ga
maar.’
Ik stond op en schudde hem de hand
en liep naar de gang, de trap af naar beneden. Tom liep met 1 van zijn dochters
mee naar beneden en mee naar de auto.
‘Tot ziens’, zei
ik.
‘Tot ziens’, zei
hij.
Hij keek me droevig aan, had het
er ook duidelijk moeite mee met wat er was gebeurd. Ik wilde naar hem toelopen,
hem omarmen en een afscheidskus geven. Maar iets weerhield mij daarvan. Bij mijn
auto, maakte ik de deur open en klapte de achteruitkijkspiegel open die ik
tijdens het parkeren 2 dagen daarvoor naar binnen had gedrukt. Ik startte de
auto en reed eerst achteruit en daarna vooruit langs een aantal geparkeerde
auto’s richting Tom. Hij zwaaide naar mij. Ik zwaaide terug. Vol tegenstrijdige
gedachten en gevoelens reed ik de straat uit richting het centrum van Den Haag.
Ik wilde hem eigenlijk nooit meer zien. Ik voelde me schuldig. Maar hoezo
schuldig. Wie was er nu begonnen? En dan ook nog met zijn eigen vrouw en
kinderen in hetzelfde huis, die daarboven in een kamer sliepen. Sylvia was wel
wakker geworden van de geluiden die we waarschijnlijk toch gemaakt hadden. Was
ze bewust wakker gebleven, omdat ze iets vermoedde. Had ze eerst geluisterd,
voordat ze ineens de kamer binnen kwam. Waarom reageerde zij zo heftig op mij?
Waarom? Als er iemand wat gewend was, was zij het wel. Zij wist dat Tom altijd
achter andere vrouwen aanzat en zelfs af en toe met ze vree. Ze waren beide met
nogal wat homo’s bevriend. Tom squashte en dronk bier met ze. Ze gingen bijna
elke week met hun vrienden naar ??naamhomokroeg. Tom had me verteld dat hij daar
zelfs een keer met een jongen die verliefd op hem was, gezoend had en dat Sylvia
het wel grappig had gevonden.
Ook Sylvia was nogal intiem
omgegaan met andere mannen. Tom had me verteld over een andere man, waarmee zij,
in zijn aanwezigheid, gevreeën had. Een man die erg veel geld had, had continue
achter haar aan gezeten. Waarom was Sylvia zo ontzettend boos op mij geworden?
Helemaal overstuur. Op de één of andere manier zag zij mij instinctief, nog
steeds als een bedreiging, dacht ik. En we konden nu net, na al die jaren dat
het tussen ons niet zo klikte, weer een beetje met elkaar opschieten en best
leuk met elkaar omgaan. Het moet er voor haar, vast heel vreemd uitgezien
hebben. Daar kon ik mij van alles bij voorstellen. Dat vond ikzelf ook wel. Twee
mannen. Een echtgenoot samen met een vriend, onderuitgezakt zittend op een
bankstel, met allebei de broek tot op de enkels en elkaars erectie vasthoudend.
Ze had nog geluk gehad dat ze ons elkaar niet pijpend aantrof, dacht ik. Wie mij
van te voren verteld had wat er dat weekend zou gaan gebeuren, had ik nooit
geloofd. Waarschijnlijk zelfs uitgelachen. Ik keek op mijn horloge. Het was
kwart voor twaalf. Wanneer ik rechtstreeks naar Almelo zou rijden, zou ik wel
erg vroeg terugkomen. Daarom besloot ik door Amsterdam, waar ik 7 jaar gewoond
had, terug te rijden.
Onderweg bleef ik nadenken, over
wat ik dat weekend allemaal had meegemaakt. Mijn gevoelens waren erg
tegenstrijdig. Ik was niet echt kwaad op Tom. Ik voelde mezelf ook niet
schuldig, maar wel dom dat ik er op ingegaan was. Ook vond ik alles wel erg
vervelend voor Sylvia. Ik had wel begrip voor haar reactie. Oud en nieuw bij hun
vieren, waar uitgerekend Sylvia mij voor uitgenodigd had, zou ik wel kunnen
vergeten, dacht ik. Was benieuwd of en wanneer Tom nog contact met mij zou
opnemen.
Bij Schiphol werd ik even afgeleid
door een indrukwekkende landing van een boeing 747. Het vliegtuig vloog laag
over de 4 baans snelweg, waar ik reed. Het zag er fascinerend uit. Vliegtuigen
vond ik altijd prachtig om te zien. Had zelf een tijdje op Schiphol gewerkt
Met de buitenkant van mijn linker
hand veegde ik langs mijn neus, die snotterig was geworden. Het viel mij op dat
mijn hand best lekker rook en moest er om lachen. Want ik had direct door wat ik
rook. Het ging om een deel van de kleine hoeveelheid vloeistof die Tom mij op
mijn linker hand had achtergelaten. Deze vloeistof was blijkbaar ingetrokken in
de huid van mijn hand. Het rook best lekker. Behoorlijk zoet. Lekker zoet.
Opnieuw begreep ik waar mijn opmerkelijke fascinatie voor Tom, ook mee te maken
had. Het ging ook om zijn geur. Ik vond hem van af het begin, lekker ruiken.
Op de rondweg van Amsterdam, de
A10, besloot ik naar het centrum van Amsterdam te gaan. Toen ik Amsterdam
binnenreed kreeg ik het gevoel dat ik naar huis ging. Het kwam me allemaal zo
bekend voor. Het was toch wel jammer dat ik niet meer in Amsterdam of de
randstad woonde. Ik moest weer teruggaan naar de Randstad, dacht ik. In elk
geval weg uit Almelo. Op de Dapperstraat, waar ik bijna 7 jaar woonde, kon ik op
zondag goed mijn auto parkeren. Je hoefde dan niet ver te lopen om in het
centrum te komen. Alles zag er nog heel bekend uit. Terwijl ik naar het centrum
wandelde, moest ik weer nadenken over wat er vannacht allemaal gebeurt was. Ik
was opnieuw kwaad op Tom en ook wel een beetje op mezelf. Ik wilde hem eigenlijk
nooit meer zien of iets met hem te maken hebben. Hij had mijn wereld vanaf dat
ik hem leerde kennen, op zijn kop gezet. Hoe kun je nou in vredesnaam zoiets
doen met een vriend, terwijl je vrouw en kinderen boven sliepen. Waarom? Wat was
er met hem aan de hand geweest? Hij had me bijna hetzelfde een paar jaar
daarvoor bij mij thuis in Amsterdam al eerder geflikt. Hij was toen wel veel
minder duidelijk wat hij wilde. We waren ook allebei nuchter. Toen ging ik er
niet op in. Dat had ik achteraf gezien beter wel kunnen doen. Dan had ik toen
kunnen weten dat ik er geen flikker aan vond. Dat het met mij nog wel mee viel
met mijn gevoelens. Maar was dat wel zo? Had ik er echt niets aangevonden? Het
koste mij moeite om niet weer aan mijn hand te ruiken. Mijn hand die zo lekker
rook. Ik begon opnieuw te twijfelen. We waren gisteren niet met elkaar uit eten
geweest. Hadden niet samen met elkaar in de bioscoop gezeten. We hadden ook niet
met elkaar in verschillende kroegen zitten drinken en ook niet eindeloos met
elkaar zitten praten. We waren wel allebei behoorlijk dronken, toen het gisteren
gebeurde. Maar samen dronken, waren we erg vaak geweest.
Verder had ik voor mijn bezoek de
conclusie getrokken, dat mijn gevoelens voor hem voorbij waren. Dat ik hem niet
meer zo aantrekkelijk vond. Dat ik niet meer voor hem viel. Was het anders niet
allemaal anders geweest. Had ik dan niet wel, wat meer gevoeld. Maar wat wilde
Tom gisteren nu met mij. Was hij gewoon alleen maar geil, zoals hij zei of wilde
hij bij mij eindelijk een coming-out forceren. Mij eens laten ervaren hoe het
met een man is. Het was mij niet duidelijk. Plotseling moest ik denken aan een
boek die hij mij, bij zijn laatste bezoek aan mij in Amsterdam, geschonken had.
Ik kon me niet precies meer herinneren waar het boek over ging. Wel over
gevoelens, seksualiteit en over relaties of zoiets.
Maar waarom was
hij zo actief geweest. Het was Tom die alle seksuele handelingen had
aangestuurd. Handelingen die ik daarna bij hem verrichtte. Wilde hij mij daarmee
alleen maar opwinden, of wilde hij het gewoon ook zelf eens proberen. Ik wist
het niet en zou er waarschijnlijk nooit achterkomen. Wat ik wel wist, was dat
hij, wanneer ik hem daarover vragen zou gaan stellen, er diplomatiek op in zou
gaan. De zaak zo zou formuleren, dat hij alleen zou zeggen, wat hem het beste
uit kwam. Ik wist het niet meer en stopte met mijn gedachten.
In het centrum zag ik in
verschillende rekken ansichtkaartjes uit Amsterdam. Ik wilde Sylvia een kaartje
of een briefje sturen. Maar iets sturen uit Amsterdam leek me niet zo heel erg
handig. Het was zoals altijd op zondag, waarbij alle winkels gewoon open zijn,
erg druk in het centrum van Amsterdam. Mij te druk en te toeristisch. Ik bleef
piekeren over wat ik in mijn brief of op een kaartje naar Sylvia wilde
schrijven. In elk geval mijn excuses aanbieden. Alhoewel ik het daar niet
helemaal mee eens was. Het moest toch ook Sylvia duidelijk zijn, dat Tom dit
veroorzaakt had. Mij viel toch weinig te verwijten, vond ik. Maar wat had hij
haar verteld. Haar verteld, dat ik het initiatief had genomen?
Plotseling schoten mij een paar
zinnen te binnen, die ik in mijn brief of op een kaartje naar Sylvia wilde
schrijven. Zo snel als ik kon, liep ik naar een boekhandel waar ook balpennen te
koop waren. De zinnen die ik in mijn hoofd had, bleef ik herhalen. Bang om ze te
vergeten. Uit mijn portemonnee pakte ik een bankafschrift die ik gebruikte als
kladpapier. Uit een winkelrek nam ik een balpen en begon te schrijven. Zo snel
als ik kon. Want ik wilde de tekst die op dat moment in mijn hoofd zat niet
kwijt raken.
Beste Sylvia,
Ik wil je bij deze mijn excuses
aanbieden.
Het gedrag van mij en Tom sloeg
nergens op.
We waren allebei behoorlijk
dronken.
Toen jij na bed was hadden Tom
en ik een gesprek over hoe het nu met mij en vrouwen zit.
Hij maakte zich zorgen dat ik
alweer bijna 4 jaar geen relatie had.
Ik gaf aan nog steeds te
twijfelen over mijn geaardheid.
Achteraf gezien, denk ik dat
Tom bij mij een “coming-out” wilde forceren.
Ik had hier gezien jullie
relatie nooit op in moeten gaan.
Ik hoop dat je niet al te lang
boos bent op Tom, en het ook mij ooit kunt vergeven.
Groetjes,
Erik
Ik was blij dat ik nu een eerste
opzet op papier had staan. Dan hoefde ik tenminste de rest van de dag daarover
niet te blijven malen. Regelmatig had ik ervaren dat het op papier zetten van
dergelijke gedachten en emoties, je gedachten stop kon zetten. Dat het je weer
mogelijk maakten om ergens anders aan te kunnen denken. Het ging bij mij om een
zeer effectieve manier van het kunnen parkeren van gedachten. Ik was er de
afgelopen jaren getraind in geraakt.
De tekst die ik
gebruikte was vrij diplomatiek. Ik wilde mijn relatie met Sylvia, als het ooit
nog zou kunnen, toch het liefst herstellen. Bang omdat ik anders helemaal geen
contact met Tom zou kunnen hebben. Eigenlijk had ik de eer aan mezelf moeten
houden. Hem het maar uit moeten laten zoeken. Hij was immers begonnen en had het
probleem veroorzaakt. Ik was alleen bang om aan het kortste eind te trekken.
Emotioneel wilde ik hem nooit meer zien. Dat leek mij het beste. Rationeel
gezien, had ik al veel eerder afscheid van hem moeten nemen. Maar toch wilde ik
hem niet missen.
Bij de Bijenkorf
ging ik op zoek naar een neutrale ansichtkaart, die ik met mijn tekst naar
Sylvia wilde sturen. Ik kon meteen wat vinden. Een mooie foto van een roze roos
met waterdruppels. Het leek me gezien het onderwerp en de mensen met wie we dat
weekend waren opgetrokken, wel een mooie kaart. Maar aan de andere kant, ging
het ook precies over mijn gevoelens, en ik wist dat Sylvia zich daar bedreigd
door voelde. Het zou waarschijnlijk tot meer complicaties kunnen lijden en dat
wilde ik absoluut vermijden. Daarom koos ik voor een kaart waarin een vrouw met
een enorme bos bloemen stond afgebeeld. Je kon haar gezicht niet zien. Ik
associeerde de foto met spijt. Een gevoel wat ik niet echt had. Toch leek me
deze kaart het meest geschikt om naar haar toe te sturen.
Door het centrum van Amsterdam
liep ik terug naar mijn auto, om naar Almelo te rijden. Mijn broer en schoonzus
Tjeerd en Tea zouden waarschijnlijk met de kinderen bij mijn ouders Ans en Adolf
langs komen. Dat was vaak best gezellig. Amsterdam had ik wel weer gezien.
Terwijl ik in
mijn auto Amsterdam uitreed moest ik opnieuw nadenken over wat ik nu voelde voor
Tom. Ik dacht met uiteenlopende gevoelens en ook rationeel terug naar ons gedrag
en onze daad en aan alles wat ik met hem had mee gemaakt. Hoe ik hem had leren
ontkennen en na een half jaar ontdekte dat ik verliefd op hem was.
Smoorverliefd. Dat was me nooit eerder gebeurd. Beseffen dat ik verliefd was op
een jongen. Op een man. Had nog nooit eerder, iemand zo aantrekkelijk gevonden.
Ik vond het mooi en ook wel een beetje spannend om verliefd te zijn op een
jongen. Vooral omdat er zo’n taboe rond hing. Ook in mijn familie werd er vooral
door mijn vader nog wel eens negatief over gedaan. Dat stoorde mij best. Ook op
de middelbare school werden er vaak door klasgenoten flauwe grappen over
gemaakt. Ook dat stoorde mij. Ging er ook vaak tegen in. ‘Oh daarom zit je nooit
achter vrouwen aan? Omdat je zelf homo bent,’ kreeg ik dan als antwoord. En al
mijn klasgenoten begonnen dan te lachen. Ik ging er dan niet verder op in. Was
zelf veel ruimdenkender. Vond homoseksualiteit juist iets moois. Ook omdat het
zo’n taboe was en door veel mensen als iets abnormaals werd gevonden. Als iets
wat eigenlijk niet mocht. Juist dat laatste trok mij als kind al aan.
Mijn ontmoeting
met Tom en mijn gevoelens voor hem, veranderde mijn hele leven. Achteraf gezien
had ik hem misschien beter niet kunnen leren kennen. Dan was mijn leven heel
anders gelopen. Dan was ik misschien gewoon getrouwd met een vrouw en had ik ook
kinderen, zoals bijna iedereen. Misschien was ik ook wel een andere man tegen
gekomen. Hoe zoiets, zo’n intense liefde, zo’n extreme verliefdheid, je leven zo
kan veranderen.
Er reed mij een auto met grote
snelheid links voorbij. Het verkeer was behoorlijk druk. Zelfs op zondag. Moest
mijn gedachten bij het verkeer houden. Niet teveel afdwalen met mijn gedachten
en emoties.
Ik dacht weer terug aan die
introductiedag voor mijn studie bedrijfskunde aan de UT. Er liep niemand rond
waarvan ik dacht, bij die zou ik wel in een studiegroep willen zitten. Niemand
trok mijn aandacht. Er liepen vooral vage technische figuren rond en veel bekakt
pratende jongens, met een colbert en een stropdas. Dat was ook niets voor mij.
Ineens zag ik in een fractie van een seconde een jongen, die er heel anders uit
zag. Hij sprong eruit. Vond hem mooi en aantrekkelijk. Had meteen het gevoel had
dat ik deze jongen beter wilde leren kennen. Kan me nog erg goed herinneren, hoe
hij zich inschreef en daarna naar mij toe liep en mij passeerde. Vlak langs me
heen liep en vriendelijk naar me lachte. Ik keek hem recht in de ogen en lachte
terug. Daarna schreef ik me meteen in bij dezelfde studiegroep, zodat ik hem
tijdens de introductie en het studiejaar beter zou leren kennen. Vanaf dat
moment kon ik hem niet meer uit mijn hoofd zetten. Op het inschrijfformulier,
waar ook ik mijn handtekening plaatste, zag ik zijn naam. Zijn naam was Tom. Tom
Moesker. Een mooie naam.
Nadat we elkaar tijdens de
introductie beter leerden kennen en bevriend werden dacht ik bijna de hele dag
aan hem. Als we samen waren voelde ik me gelukkig. Nog nooit eerder had ik
zoiets ervaren. Ik vond alles aan hem leuk. Zijn gezicht, zijn mooie ogen en
mond. Zijn sportieve lichaam, zijn mooie gespierde armen en benen en zijn mooie
hals. En dan zijn lach en zijn stem. Zijn gevoel voor humor en hoe hij over
dingen sprak. We waren het bijna altijd met elkaar eens. We deden veel samen.
Volgden dezelfde colleges. Zaten in de collegezaal naast elkaar. Dronken in de
pauzes samen koffie en gingen vaak met elkaar eten in de Bastille. We gingen
samen naar de film. Dronken samen bier. Veel bier en spraken eindeloos met
elkaar, over werkelijk alles. Over de zin van het leven, onze ambities, religie,
het heelal, zelfs over liefde, over vrouwen en ook over homoseksualiteit. Tom
vertelde mij dat hij dat geen probleem vond, maar zelf alleen op vrouwen te
vallen. Vrouwen heel erg aantrekkelijk te vinden. We gingen pas weg als de kroeg
om 4 uur sloot. We begonnen dezelfde kleding te dragen. We gingen samen naar een
kleding zaak en kochten dezelfde trui. Alleen in een andere kleur. Die van mij
had een blauwe streep, die van hem een roze. Ik kocht een pilotenjas, die hij
altijd droeg. Als ik met hem was, voelde ik me gelukkig. Ik hield van hem. Kon
na een half jaar er bij mezelf niet meer onder uit. Ik was verliefd op hem.
Stapel verliefd. Verliefd op een jongen. Verliefd op een man. Ik wilde het hem
vertellen. Maar iedere keer wanneer ik de moed verzameld had, begon hij me te
vertellen hoe gek hij op vrouwen was. Dat gevoel voor vrouwen had ik sinds ik
hem leerde kennen, totaal niet meer. Zijn opmerkingen over vrouwen irriteerde
mij een beetje en later steeds meer. Op een dag vertelde ik hem, dat ik hem als
mijn beste vriend beschouwde. Hij zei dat ik ook zijn beste vriend was. Maar dat
ik verliefd op hem was en hem erg aantrekkelijk vond, durfde ik niet te zeggen.
Was bang hem dan als vriend te verliezen. Die angst was niet onterecht. Hij
moest het toch kunnen merken. Iedereen om mij heen vermoedde het al.
Weer werd ik met een grote
snelheid door een auto ingehaald. Schrok van het snelheidsverschil. Keek op de
teller. Ik reed gewoon 120.
Hij introduceerde mij bij een
studentenflat op de campus, waar hij woonde. Ook daar ging ik wonen. Hij
hockeyde bij Drienerlo, ook daar ging ik hockeyen. Helaas niet in hetzelfde
team. Hij hockeyde al zijn hele leven en was veel beter. We gingen regelmatig
samen naar een zwembad op de campus. Lagen samen in de zon. Ik kon mijn ogen
niet van hem afhouden. Zijn armen, handen, benen en rug zagen er erg mooi uit.
Ook keek ik vaak naar zijn kruis. Ook dat zag er mooi uit. Opwindend zelfs.
Wanneer ik mezelf aftrok, dacht ik er steeds vaker aan, hoe het zou zijn om hem
te bevredigen of door hem genomen te worden. Dat wondt me enorm norm op. Die
gedachten speelden een steeds grotere rol. Ik maakte enorm veel foto’s van hem.
Hij vond het wel leuk en poseerde zich als een fotomodel, die al jaren ervaring
had. Hoefde hem niet eens instructies te geven. Mijn studeerkamer hing vol met
foto’s van hem. Steeds meer mensen viel dat op. We gingen samen tennissen en
biljarten. Ook daar was hij beter in. Bij het biljarten dronken we bier. Hij
rookte altijd een sigaar. Had eigenlijk een hekel aan sigaren en aan roken, maar
die van hem waren best lekker. Met hem rookte ik mee. Soms ging hij voorover op
de biljard tafel liggen om te scoren. Ik ging dan achter hem staan om hem vanuit
die hoek te zien. Zijn mooie lichaam interesseerde mij meer dan het hele spel.
Op de achtergrond hoorde ik een
sirene. Ik keek in de achteruitkijk spiegel en zag een politie auto met een
zwaailicht, met grote snelheid dichterbij komen. Deze auto reed me ook met grote
snelheid voorbij. Moest ineens denken aan mijn sollicitatie bij de
politieacademie. Daar hadden ze me niet geschikt gevonden, omdat ik teveel een
eigen mening had. Niet in de groep paste.
Het was voor mij een grote
teleurstelling, dat hij ineens naar een studentenhuis in de stad vertrok. Hij
had me daar nooit iets over verteld. Daarna vertrok ik ook naar een
studentenhuis in de stad. Had in het begin een erg kleine kamer, maar wel een
erg groot balkon. We woonden weer vlak bij elkaar en zagen elkaar nog steeds
best vaak. We gingen nog steeds vaak naar de bioscoop, de kroeg en de
discotheek. We zagen elkaar wel minder. Ook volgden we minder vaak samen
colleges, want hij studeerde een stuk beter en haalde meer tentamens. Ik kreeg
zelfs het advies om met mijn studie te stoppen. Dat had ik ook wel gewild, maar
er was maar 1 ding wat me tegenhield. Dat was Tom. Iedere keer als we afscheid
namen, deed mij dat een beetje pijn.
We gingen samen tennissen en
baantjes trekken in een binnenzwembad. Hij kon beter zwemmen, maar ik was beter
in hardlopen. Probeerde hem enthousiast te maken voor hardlopen en motorrijden,
maar dat wilde hij beide niet. Tom vond motorrijden veel te gevaarlijk. Dacht
dat hij op een motor snel zou verongelukken.
Op een dag vertrokken ineens bijna
al mijn huisgenoten in mijn studentenhuis in de stad, met wie ik niet echt een
band had. Mijn nieuwe studentenkamer, was bijna 3x zo groot als die van Tom. In
de andere kamers nodigde ik flatgenoten van de campus uit. Ook Ferdinand, die ik
als kleuter al kende, kwam bij ons wonen. Hij was overgestapt van zijn
rechtenstudie in Amsterdam naar de HEAO in Enschede. Het werd een fantastische
studentenhuis, met een geweldige sfeer.
We kochten samen een prachtige
Amerikaanse slee. Ook Tom betrok ik daarbij. Hij deed ook mee. Het was een
prachtige tijd, die ik mij nog herinner als de dag van gisteren. Ik kreeg zelfs
een vriendin. Tineke was haar naam. Een aantrekkelijke blonde slanke vrouw,
waarmee ik mijzelf op seksueel gebied verder, ontwikkelde. Tom had toen zelf
geen vriendin. Het was erg fijn om lichamelijk contact met haar te hebben en
mezelf verder te ontdekken. Dat gold ook voor haar. Had wel moeite om bij haar
klaar te komen. Het duurde vaak best lang. Dat was voor haar juist wel fijn.
Toch ontbrak er
iets in mijn relatie met haar. Een diepgaand gesprek ging moeizaam. Ik was ook
niet echt verliefd op haar. Daar kwam ik achter toen ik bij haar geslapen had en
terug rende naar de stad. Halverwege kwam ik Tom tegen. Hij fietste naar de
campus. We stopten even en spraken met elkaar. Er ging van alles door me heen,
maar 1 ding werd me heel erg duidelijk. Ik vond hem veel leuker dan haar. Vond
hem veel aantrekkelijker dan mijn vriendin met wie ik sliep. Het was ook veel
leuker om met hem om te gaan. Ook lichamelijk vond ik hem veel mooier en
aantrekkelijker.
Mijn relatie met
Tineke liep niet lang daarna stuk. Terwijl ik met haar had afgesproken, kwam Tom
ineens op bezoek. Hij wilde met mij naar de stad, om een ijsje te eten en daarna
wat te gaan drinken. Zonder haar te bellen ging ik met hem mee. Het was een
prachtige avond. Maar zij begreep maar niet, waar ik bleef. Na mijn vakantie met
Tom en mijn huisgenoten, maakte zij het uit. Vond het wel jammer, maar niet erg.
Deed ook geen enkele poging om mijn relatie met haar nog te redden. Dat had nog
wel gekund. Voelde bij haar gewoon niet wat ik bij Tom wel voelde. Wanneer ik
over lichamelijk contact met hem fantaseerde, was voor mij veel opwindender.
Vond het idee om hem oraal te bevredigen veel opwindender dan om mijn tong haar
vagina te likken.
En juist dat,
was dit weekend nu voor het eerst echt gebeurd en ook volledig misgegaan. Het
was me tegen gevallen. We waren beide straal bezopen en werden ook nog door zijn
vrouw betrapt. En weer tilde ik mijn hand op naar mijn neus. Het rook nog steeds
lekker. Mijn gedachten en emoties waren enorm tegenstrijdig. Aan de ene kant
wilde ik Tom nooit meer zien. Aan de andere kant wilde ik ook geen eeuwig
afscheid nemen. Hem nooit meer zien? Mijn ogen werden vochtig. Het waren tranen.
Echte tranen.
|